‘Werken op een Covid-afdeling is nieuw. Als gedetacheerde verpleegkundige van het operatiekwartier trek ik met andere collega’s naar het Covid-front. Strijdvaardiger dan ooit vechten we samen, met een lach en een traan. Tot nu toe zonder de moed te verliezen. Op sommige momenten is het best heftig. Je ziet wel dat er in de zorg een sterke verbroedering is. Bij de collega’s kan je steeds terecht, die zien het wanneer je even wil praten en polsen of alles goed met je gaat. Aan hen kan je je verhaal doen, heel belangrijk deze tijd.
‘Rust overbrengen naar de patiënt is niet mogelijk’
Je stelt je bij alles constant de vraag hoe je ermee moet omgaan. Je moet een pak aantrekken dat best wel heel warm is en de verzorging niet gemakkelijk maakt. Je draagt een masker en een face-schild, waardoor je gezicht geen emoties kan overbrengen. Rust overbrengen naar de patiënt is niet mogelijk. Er zijn op dit moment zoveel niet alledaagse situaties die je als mens niet altijd direct kan plaatsen. Omgaan met leven en dood, daar wil niemand dagelijks mee omspringen.
Een sterk team dat goed samenwerkt is op zulke dagen zo belangrijk. Zowel voor jezelf als voor de patiënten. Dat je in deze periode zo’n verbintenis hebt met collega’s die je normaal gesproken in het ziekenhuis amper tegenkomt, maakt de zorg heel mooi. En maakt tevens de verbintenis richting patiënt die je aan het verzorgen bent.
‘Vaak zie je de dood in hun ogen.’
Samen lukt het ons om zoveel mogelijk liefde en zorg te geven aan de patiënten, die best wel angstig zijn. Vaak zie je de dood in hun ogen. Naast de goede zorgen proberen we met een beetje humor hun angsten en onzekerheden weg te nemen. Het is lastig, maar we zien dat het over het algemeen wel lukt.
Naast het werk in het ziekenhuis ben ik als schepen van Sociale Zaken in Boom betrokken in het verloop en de aanpak van de crisis in ons gemeentelijk woon-zorgcentrum. Ook daar kan ik rekenen op een fantastisch team medewerkers. We zoeken steeds naar de beste en correcte oplossingen om de veiligheid en werking van zowel bewoners als medewerkers te garanderen.
Het evenwicht tussen mijn jobgerelateerde verantwoordelijkheden en de angst om mijn familie te besmetten, baart me soms zorgen. Maar dat neemt niet weg dat ik er alles aan zal doen om het goed te houden.
In het algemeen tracht ik vooral positief te blijven door de mooie kleine dingen te blijven zien. Ik bedoel dan de saamhorigheid en de collegiale momenten. En natuurlijk alles wat we inmiddels al aan positieve ontwikkelingen voorbij hebben zien komen. Daarnaast leert deze tijd me ook dat je oog moet blijven hebben voor de lichtpuntjes in je leven. Zoals extra tijd doorbrengen met mijn echtgenoot en puberende kids, die nu veel thuis zijn. Zij geven me de moed om door te gaan.’
Comments are closed.