‘Na twee maanden zien we het applaus wegebben’

6
Cindy Van Herck

Cindy Van Herck uit Zele is zorgkundige bij Familiezorg Oost-Vlaanderen. ‘Het enige dat mij deze dagen bezighoudt, is zorgen dat mijn cliënten krijgen wat ze nodig hebben. Ondanks onze eigen angsten en zorgen blijven wij, zorgkundigen in de thuiszorg, positief en glimlachen we achter ons mondmasker.’

Sociaal contact

Ik ben een zorgkundige bij Familiezorg Oost-Vlaanderen. Onze taken binnen de thuiszorg bestaan voornamelijk uit boodschappen doen, koken, huishoudelijk taken zoals wassen en strijken. Ook nagaan bij cliënten hoe hun persoonlijke hygiëne is en hun eventueel helpen, het vervoer naar dokter of ziekenhuis en natuurlijk niet te vergeten: het sociaal contact.

Naargelang de behoefte van de cliënt krijgen ze uren toegekend. Meestal zijn dat twee uurtjes per cliënt en daarin ‘moet’ dan alles gebeuren. Uiteraard worden we bijgestaan door andere hulpverleners zoals verpleegkundigen, poetshulpen, dokters, kinesisten, psychologen en vooral de mantelzorgers (familie of vrienden).

Extra taken

Tijdens deze coronacrisis zien we verschillende van deze diensten een na een wegvallen. Verpleegkundigen hebben minder tijd voor verzorgingstaken zoals cliënten wassen of douchen. Dus worden die taken prompt bij ons takenpakket bijgevoegd. De kinderen (of familie in het algemeen) mogen niet meer langskomen, waardoor de hulp bij het boodschappen doen weg valt. Net als het sociaal contact. Ook de poetshulp valt weg. Terwijl onderhoud en ontsmetting toch wel van essentieel belang zijn tijdens deze periode.

De dokters komen minder op huisbezoek en dus moeten de voorschriften voor medicatie opgehaald worden. We nemen zelfs kleine taken van de kinesisten op ons, zoals benen masseren, inwrijven en zelfs wat bewegingstherapie. Al deze taken komen er plots bij, maar onze tijd is nog steeds beperkt tot die twee uurtjes. Het is dikwijls puzzelen om dat allemaal in orde te brengen. Het gevolg is dat we onze eigen taken niet altijd naar behoren kunnen uitvoeren. Maar we doen onze uiterste best.

‘De eerste twee weken van de lockdown zien we vooral angst’

Geen voorraad

De eerste twee weken van de lockdown zien we vooral angst, zowel bij onszelf als bij de cliënten. Een dodelijk virus dat voornamelijk de zwakkere en ouderen treft. In de beginfase is het gewoon gaan werken in de hoop dat we niet ziek worden en onze cliënten niet besmetten. Want mondmaskers, handgel, handschoenen, … het is allemaal niet in voorraad. We hebben een aantal cliënten die de hulp onmiddellijk stopzetten voor onbepaalde tijd. Wat begrijpelijk is, natuurlijk.

Ik hou me vooral aan de regel van ‘afstand houden’. Niet simpel. De mensen zijn het gewoon om af en toe een knuffel te krijgen, een schouderklopje of nog maar een simpele handdruk. Leg dat maar eens uit aan iemand die lijdt aan dementie of alzheimer. Of aan iemand die minder mobiel is. Ik moet die mensen helpen rechtstaan en dan moet ik wel heel dichtbij komen.

Het is dan ook een enorme opluchting wanneer ik te horen krijg dat de mondmaskers toegekomen zijn. Na twee weken van angst, stress en paniek. Mijn cliënten en ikzelf voelden ons al wat meer op ons gemak.

Boodschappen doen

Het meest stressvolle tijdens deze crisis is wel het boodschappen doen voor mijn cliënten. Voordien werd dat al eens gedaan door de familie van de zorgvrager, zodat wij wat meer tijd hadden voor koken, strijken en persoonlijke behoeftes. Nu moeten we zelf de boodschappenlijst opmaken en achter de inkopen gaan.

‘In de winkel lijk ik aangekomen in oorlogsgebied’

Die eerste week tijdens de crisis staat in mijn geheugen gegrift voor de rest van mijn leven. In de winkel lijk ik aangekomen in oorlogsgebied. Tijdens de welbekende hamsterperiode ga ik vol stress en angst de winkel binnen. Mensen die elkaar bijna omver duwen, agressieve toestanden. Door het hamstergedrag vind ik niet altijd de producten die de cliënt nodig heeft. Dat wordt improviseren.

Aanschuiven aan de kassa, door de massa overvolle winkelkarren. Resultaat: een uur kwijt. De cliënten begrijpen in het begin ook niet goed waarom we zo lang wegblijven. Iets wat normaal maar een half uurtje duurt, is plotseling het dubbele. Ik ben dan ook zeer tevreden met mijn ‘attest’. Op vertoon daarvan moet ik niet meer aanschuiven in de lange winkelrijen en kan ik zogezegd ‘voorsteken’. Dus met iets minder stress terug naar de cliënt.

Volgende cliënt

Doordat veel mensen thuis zijn, is er ook nog een parkeerprobleem: dikwijls geen parkeerplaats en soms twee straten moeten sleuren met al die zware boodschappen. Uiteindelijk aangekomen, dan snel uitladen en koken. De overige taken moeten even wachten tot een volgende keer.  Op naar een nieuwe cliënt … waar het scenario opnieuw begint.

‘Ik merk dat onze cliënten stilletjes aan een beetje aan het wegkwijnen zijn’

Ik merk dat onze cliënten stilletjes aan een beetje aan het wegkwijnen zijn. Voor de crisis gingen ze vaak mee om boodschappen, wat voor hen toch wel een soort ontspanningsmomentje is. Of we gingen eens een wandeling maken, een frisse neus halen, een koffietje drinken, iets wat ze niet alleen kunnen. Allemaal momenten die plots wegvallen.

Beangstigend

Voor een essentiële verplaatsing naar bijvoorbeeld het ziekenhuis moet ik eerst toestemming vragen aan mijn verantwoordelijke. Nadat de verplaatsing is toegestaan, worden de cliënten geconfronteerd met toestanden die voor hen beangstigend zijn. Ze moeten een mondmasker en handschoenen dragen. In de wagen moeten ze achteraan plaatsnemen, afstand houden. Voor velen is die achterbank moeilijker om te zitten en vooral om uit te stappen.

In de beginperiode kan ik eigenlijk alles redelijk plaatsen. De zorgsector wordt gebombardeerd tot de redders van het vaderland. We worden gesteund, geprezen en krijgen tonnen respect. Overal de witte lakens, het massale applaus iedere avond om acht uur, allemaal dingen die ons energie geven om er elke dag weer ten volle voor te gaan.

‘Het frustreert me als ik zie hoe mensen de regels overtreden’

Frustrerend

Ondertussen – na twee maanden – zien we het applaus wegebben. Mensen beginnen de regels in de wind te slaan. Het frustreert me als ik zie hoe mensen de regels overtreden. Het gaat zelfs zo ver dat ik me afvraag waarom ik nog zo’n moeite doe. Het enige dat mij deze dagen bezighoudt, is zorgen dat mijn cliënten krijgen wat ze nodig hebben. Een degelijke verzorging, een lekkere maaltijd en vooral dat ze gezond blijven. Ondanks onze eigen angsten en zorgen blijven wij, zorgkundigen in de thuiszorg, positief en glimlachen, al is die glimlach verstopt achter een pijnlijk mondmasker.

Het is jammer dat er in de media zo weinig over de thuiszorg gesproken wordt. Het zijn wij die tijdens deze crisis zorgen voor de ouderen, voor mensen met een mentale en fysieke beperking. Ook al zijn we niet voor alle taken opgeleid of behoren ze niet tot ons takenpakket, toch doen we ze, ook al is de tijd daarvoor soms heel kort.

Thuiszorg in de kou

Er wordt vooral veel respect getoond voor de woonzorgcentra, en terecht! Maar toch blijft de thuiszorg in de kou staan, terwijl we eigenlijk dezelfde taken uitvoeren. Het verschil is: wij doen het alleen, zonder hulp van buitenaf. Onze cliënten zitten werkelijk volledig geïsoleerd. Zij hebben geen medebewoners die ze zien passeren, geen ruimte waar ze gans de dag aan ‘ontspanning’ kunnen doen.

Ze zien enkel onze gezichten. Die zijn nu vaak beperkt tot maximaal twee à drie verschillende verzorgenden per week. Dat verdient minstens evenveel waardering en respect. En ja, wij zijn ook vermoeid. Neen, wij draaien geen dubbele shiften, maar we doen wel driemaal zoveel werk als normaal. Het is soms werkelijk vlieg- en stuntwerk om alles klaar te krijgen in de beperkte tijd die we hebben.

‘Werken in de zorg, dat leer je niet. Je wordt ervoor geboren.’

Enorme draagkracht

Naar mijn mening mag de thuiszorg best wat meer gewaardeerd en besproken worden. Ikzelf werk al 25 jaar als zorgkundige in de thuiszorg. Het wordt er niet gemakkelijker op met de jaren. We worden regelmatig naar bijscholingen gestuurd, maar die zijn eigenlijk niet voldoende. De mensen blijven ook veel langer thuis, vaak met onderliggende gezondheidsproblemen. Ziekenhuizen sturen hen vaak vroegtijdig naar huis en in de woonzorgcentra zijn ze niet welkom wegens ‘nog te jong’ of ‘nog te goed’. Gelukkig is er dan nog de thuiszorg en andere thuishulp zoals verpleging, poetshulp enzovoort.
Een erkenning als zwaar beroep lijkt me dan ook geen overbodige luxe. Met natuurlijk de nodige loonaanpassing waar we al 20 jaar voor strijden.

Neen, we eisen geen risicopremie, geen extra verlofdagen … Gewoon een erkenning als zwaar beroep. We hebben ondertussen al wel bewezen dat we een enorme draagkracht hebben. Dat mag beloond worden. Dat had al veel eerder beloond moeten worden.

Wanneer dit alles voorbij is, gaan we pas voelen en beseffen wat we hebben gepresteerd en hoeveel risico’s we hebben genomen. Misschien gaan wij binnenkort wel degenen zijn die ‘de zorg’ gaan nodig hebben. Ik hoop echt dat we dan niet weer in een hokje gestopt worden en worden vergeten.

Maar ondanks alles wil ik toch duidelijk maken dat wij er altijd zullen staan voor de mensen die ons nodig hebben. Werken in de zorg, dat leer je niet, je wordt ervoor geboren. Dat is mijn gevoel, mijn verhaal en ik weet zeker dat al mijn collega’s er hetzelfde over denken.



Meer helden

‘Als schaduwexpert geef ik achter de schermen advies’

‘Na twee maanden zien we het applaus wegebben’

‘Twee weken voordien had hij de hele serre nog omgespit’

‘Mijn zoontjes heb ik 8 weken niet gezien’

‘Mensen sterven zonder familie om zich heen’

Verpleegkundige Inge De Ridder: ‘Mijn gezin geeft me de moed om door te gaan’

Donderdag 9 april: een nachtshift in het leven van spoedarts Kevin Vereecken

Louis Ide, specialist infectiecontrole Jan Palfijn: ‘Een tweede lockdown is echt geen optie’

‘Uren bel ik rond om mondmaskers te vinden’

Erik Ramaekers (39) is zorgkundige in de thuiszorg

Chelsea Schoubben, maatschappelijk assistent kinder- en jeugdpsychiatrie

‘Hebben we al een zekere vorm van immuniteit opgebouwd? We weten het niet.’

‘80-plussers die huilen, dat snijdt door hart en ziel’

‘Wanneer iemand het niet haalt: dat zijn de lastigste momenten’

‘Veel mensen zoeken troost in een pakje koeken’

‘Naast de vele uren en de werkdruk is er het verdriet van heel wat mensen’

‘De patiënt is prioritair. De ontlading volgt thuis’

Comments are closed.